10 aspecten van schrijven in de ik-vorm
Schrijven in de ik-vorm brengt een verhaal dichterbij de lezer, maar heeft ook zo zijn beperkingen. Weet jij welke dat zijn?
Het is maar hoe je het bekijkt! Natuurlijk, een gebeurtenis of discussie heeft zoveel verschillende kanten als de mensen die erbij betrokken zijn. Dit noemt men ook het Rashomon-effect. En zo is het met schrijven ook: je verhaal wordt anders wanneer je een ander vertelperspectief kiest. In deze blog tien consequenties van het schrijven in de ik-vorm – oftewel de eerste persoon.
10 aspecten van schrijven in de ik-vorm
1 Een ik-verteller zorgt ervoor dat de lezer zich sterk kan inleven in het verhaal, want hij leert de gedachten, gevoelens en ervaringen van de verteller (meestal de hoofdpersonage) van heel dichtbij kennen.
2 Vanuit een ik-perspectief krijgt de lezer slechts een beperkte visie op de gebeurtenissen in het verhaal. Omdat de verteller op zijn minst eenzijdig en subjectief is, maar zaken ook anders kan voorstellen dan ze in werkelijkheid zijn.
3 Het beperkte blikveld van de hoofdpersoon maakt het voor jou als schrijver mogelijk om onverwachte plotwendingen te maken. Soms heeft de verteller niet het volledige inzicht in van wat er aan de hand is. Daarmee heb je als architect van het verhaal vrij spel en kan je het een heel andere kant op sturen.
4 Alles wat je in je verhaal nodig hebt, moet worden gezien, gehoord, gevoeld, geroken, geproefd of anderszins ervaren door de ik-figuur. De enige manier om andere informatie in je verhaal te voegen, die de lezer nodig heeft om het goed te kunnen volgen, is als een ander personage dat in de gelegenheid is om gebeurtenissen te zien of kennen daarover iets zegt of in zijn gedrag iets laat zien.
5 Het ik-perspectief kent onder andere zijn grenzen als het gaat om de gedachten en gevoelens van andere personages, vergeet niet dat je die niet direct kunt weergeven. Dit ingaan tegen het perspectief komt bij verhalen in de ik-vorm helaas heel vaak voor.
6 Als je in de ik-persoon schrijft, moet je er rekening mee houden dat het taalgebruik en woordkeus aansluit bij het karakter. Besteed daarom voor je begint aandacht aan de culturele achtergrond, het opleidingsniveau en soms de leeftijd van de hoofdfiguur. Je kunt hierover meer lezen in de blog: leer in drie stappen je hoofdpersoon kennen.
7 De ik-vorm biedt dus ook geweldige mogelijkheden voor het uitwerken van het karakter van de hoofdpersoon. Hij of zij kan een tik hebben, een speciale angst of een stopwoord.
8 Schrijven in de eerste persoon lijkt heel gemakkelijk, maar kent dus ook zo zijn gevaarlijke kanten. Bijvoorbeeld dat het heel verleidelijk is om te vertellen in plaats van te suggereren. Of om interpretaties en indrukken van de hoofdpersoon weer te geven. Met andere woorden: het Show-don’t-tellprincipe kan in de verdrukking raken.
9 Het Rashomon-effect kun je ook toepassen in een verhaal: je laat verschillende mensen vertellen over dezelfde gebeurtenis. Dit vraagt natuurlijk wel iets van je schrijfstijl. Vier of vijf keer hetzelfde verhaal lezen is een behoorlijke klus voor een lezer. Om hem te kunnen blijven boeien, is het zaak de karakters zodanig scherp uit te werken dat ze heel erg onderscheidende stemmen hebben. Bovendien kun je vitale informatie verdelen over de verschillende stemmen, zodat de lezer pas aan het eind het volledige beeld heeft van wat er is gebeurd.
10 Genres waarin het ik-perspectief wordt gehanteerd, zijn Young Adult, literaire fictie, detectives, korte verhalen, blogs en columns. Maar natuurlijk kan je er altijd voor kiezen. Soms is het prettig om een aantal hoofdstukken in verschillende perspectieven te schrijven, zodat je kunt aanvoelen welk perspectief je in dit verhaal het beste ligt.
Bij mezelf blijven
Zelf schrijf ik mijn nieuwsberichten graag in de eerste persoon, dan kan ik letterlijk dicht bij mezelf blijven. In mijn verhalen neig ik er ook naar. Ik vind het fijn om helemaal in de huid van een hoofdpersoon te kruipen, met zijn hele voorgeschiedenis, zwakheden, voorliefdes en vijandschappen. Wat zijn jouw ervaringen met het vertellen van een verhaal door middel van een ik-figuur? Wissel je het graag af of houd je vast aan een perspectief?
Groet,
21 februari 2013 | Fictie schrijven
Lees 12 reacties
Een interessant artikel!
Ik schrijf afwisselend in eerste persoon enkelvoud en derde persoon enkelvoud, om de redenen die jij hier genoemd hebt.
Leuke blog, trouwens!
Beste Marja, bedankt voor je interessante info.
Ik wil reageren op het volgende punt:
“Alles wat je in je verhaal nodig hebt, moet worden gezien, gehoord, gevoeld, geroken, geproefd of anderszins ervaren door de ik-figuur. De enige manier om andere informatie in je verhaal te voegen, die de lezer nodig heeft om het goed te kunnen volgen, is als een ander personage dat in de gelegenheid is om gebeurtenissen te zien of kennen daarover iets zegt of in zijn gedrag iets laat zien.”
(tot zover citaat uit jouw info).
Ik probeer wat te schrijven vanuit het ik perspectief. Tegelijkertijd voel ik behoefte om ‘alwetende informatie’ toe te voegen. De ik figuur loopt dan tegen dingen aan waar de lezer al iets meer van weet dan de ik figuur. Maar ik worstel er mee hoe dit natuurlijk op te lossen. Zijn hier toch geen truucs voor? Bijvoorbeeld een lang ‘intro’ (alwetend), en de rest van het boek ik vorm. Heb je daar ervaring mee of voorbeelden van?
vr groet, Arki.
Beste Jan-Willem,
Hoewel ik me afvraag waarom je dan nog in de eerste persoon zou schrijven (je kiest daarvoor omdat je wilt dat de lezer als het ware in de schoenen staat van de verteller, en als je er een alwetende verteller aan toevoegt trek je de lezer uit die fictieve droom. Dan zou je ook gewoon voor een derde persoonsperspectief kunnen kiezen) vind ik het ook wel weer een mooi experiment.
Een natuurlijke oplossing zou kunnen zijn om af en toe een cursief (hoofd)stuk toe te voegen waarin je die andere verteller aan het woord laat. Dat gebeurt ook wel in boeken waarin geschreven wordt vanuit meerdere perspectieven. Marelle Boersma doet dat bijvoorbeeld in Ciao Sicilia. Loes den Hollander geeft die hoofdstukjes in Mij zie je niet een andere titel, zodat duidelijk is dat er iemand anders aan het woord is. Dit zijn manieren waarmee je de informatie die je loslaat kunt doseren. Die mogelijkheid is natuurlijk beperkter in een proloog geschreven in een ander perspectief.
Het is in ieder geval de moeite waard voor jezelf om te onderzoeken hoe combinaties van vertelperspectieven uitwerken. En wat jou bevalt.
Veel succes!
Groet, Marja
Interessante blog. Ik zie uit naar het vervolg
Beste Marja,
Wat leuk dat je iets hebt aan deze blog over schrijven in de ik-vorm. Helaas heb ik geen vervolg van deze blog in de planning staan. Ik hoop dat je elders de informatie vindt die je zoekt. Succes met je eigen verhalen!
Hoi Marja,
Ik moet een verhaal van een personele hij verteller omvormen naar een handelende ik verteller. Ik weet totaal niet hoe dat moet, zou je me even kunnen helpen met bijvoorbeeld een voorbeeld te geven?
Beste Sarah,
Zo, dat is een behoorlijke klus. Het betekent dat je in de huid kruipt van het personage dat je tot nu toe met ‘hij’ aanduidde.
In plaats van ‘Hij liep naar de kast en zocht zijn spijkerbroek. Na een week op kantoor was hij daar aan toe.’ zeg je bijvoorbeeld: ‘Ik liep naar de kast en zocht mijn spijkerbroek. Weg met jasje-dasje!’
Succes Sarah!
groet, Marja
Hoi Marja,
Ik ben nogal geneigd in de ik-vorm te schrijven. Maar ik merk dat ik dan meestal alles in verleden tijd neerzet. Is dat juist?
Mark
Beste Mark,
Het is niet een kwestie van goed of fout hoor, tegenwoordige of verleden tijd. Het gaat erom of je je verhaal het effectiefst vertelt. Dat kan zowel in de verleden tijd, waarbij je terugkijkt op het verhaal, maar ook heel goed in de tegenwoordige tijd, waarin je de lezer als het ware aan de hand neemt. Dan staat hij naast de ik-figuur terwijl het verhaal zich ontspint. Een combinatie van die twee is ook mogelijk, als je de spanning iets meer wilt opbouwen, kun je het verhaal dichterbij brengen door ineens over te stappen op de tegenwoordige tijd: ‘Ik zie die donkere ogen en denk: dat is niet in de haak. Zo zacht mogelijk loop ik erop af…’
Het is best leuk om daar eens mee te experimenteren!
Succes!
Marja
Ik ben nu een boek aan het lezen met 2 verschillende “Ik’s”.
Kan dat?
Mag dat?
Het hoofd personage is een vrouw , maar zij kan even verder ook in het hoofd kruipen van haar minnaar.
Als dit nioet kan en mag, Is zoiets dan fout?
Ik vind het bij het lezen wel erg storend.
Mvg Antoon
Beste Antoon,
Bedankt voor je vraag! Vooropgesteld: ik wil niemand vertellen wat wel of niet mag bij het schrijven, hoor :-). Wel kan ik adviseren wat voor een lezer werkt en waar een schrijver dus rekening mee zou kunnen houden. In principe is het best mogelijk om een boek te schrijven uit verschillende perspectieven en dus ook vanuit twee ik-figuren.
Het leest echter niet altijd gemakkelijk. Het is dus belangrijk dat altijd duidelijk is wie van de twee vertellers er aan het woord is. Als ik jouw reactie goed begrijp, vind jij het als lezer niet prettig dat het verhaal steeds van perspectief wisselt.
Dat een ik-figuur in het hoofd van een ander personage kan kruipen, lijkt me inderdaad onmogelijk en ook verwarrend, maar ik vermoed dat je bedoelt dat de schrijver in het hoofd van een andere verteller kruipt?
Sommige lezers hebben er minder moeite mee om steeds over te schakelen, maar je kunt in dit geval concluderen, dat het voor jou niet werkt: een boek lezen met meerdere ik-figuren.
Met vriendelijke groet, Marja