De effecten van automatisering
Via Facebook kwam De glazen kooi op mijn pad. De ondertitel Wat automatisering met ons doet wekte direct mijn interesse.
‘Kom eens met je hoofd uit die computer!’ Hoe vaak heb ik het mezelf al horen zeggen? Mijn puberzoon is te oud om buiten te spelen, maar ik zie hem ook nooit meer tekenen. Terwij hij dat vroeger graag – en niet onverdienstelijk – deed. Zijn ogen kleven altijd aan een schermpje, zijn vingers aan een toetsenbord. Misschien ben ik op dit gebied te behoudend? Mijn ouders waren bang voor de effecten van de tv, dat is best meegevallen. Is de toegenomen digitalisering niet net zoiets?
Nee, volgens mij niet. We hebben met de jaren geleerd de aan- en uitknop van de tv te hanteren. Maar wat computers betreft zijn wij in Huize Duin nog niet zover. Ik pleit steeds voor doelgericht inzetten van laptops, tablets en smartphones, maar de digitale wereld lokt. Voor pubers is het een waar Walhalla, elke uithoek moet onderzocht worden. Instinctmatig roep ik mijn kinderen op gezette tijden terug.
Welvaart en gemak
Via Facebook – mijn puberzoon is niet de enige die weleens een digitale afslag neemt – kwam De glazen kooi op mijn pad. De ondertitel Wat automatisering met ons doet wekte direct mijn interesse. Nicholas Carr onderzocht de effecten van automatisering op ons, als mens en als samenleving. Zijn stelling is dat computers ons welvaart en gemak brengen, maar ook een glazen kooi creëren die ons beperkt.
Al in een van de eerste hoofdstukken lees ik een passage die mijn intuïtie ondersteunt. Mijn overtuiging dat het belangrijk is bewust om te gaan met computers:
Als ze op een verstandig manier wordt ingezet, kan de automatisering ons verlossen van eentonig werk en ons ertoe aanzetten om meer uitdagende en bevredigende activiteiten te kiezen. Het probleem is alleen dat wij niet zo goed zijn in het nadenken over automatisering en dat we er de implicaties niet goed van begrijpen. We weten niet wanneer het wel genoeg is, laat staan wanneer het gewoon te ver gaat.
Wat kost automatisering ons?
De voordelen van de verschuiving van werk van mens naar machine zijn eenvoudig te zien en te meten, betoogt Carr, maar de kosten zijn niet zo gemakkelijk te bepalen. Economisch gezien is het al moeilijk. Ondanks de verschuivingen ten gevolge van de automatisering, lijkt de economie steeds weer tot een nieuw evenwicht te komen. Maar wat betekent de verdergaande automatisering voor individuen?
De persoonlijke kosten zijn zo mogelijk nog onduidelijker. Hoe meet je de kosten van het verloren gaan van de wil om moeite te doen, om je ergens betrokken bij te voelen, van een afnemende daadkracht en autonomie, of een subtiele achteruitgang in vaardigheden? Dat valt niet te meten. Dat is het soort vage, ontastbare zaken dat we zelden op hun waarde weten te schatten tot we ze kwijt zijn, en zelfs dan zijn we vaak niet in staat uit te drukken wat we nu precies hebben verloren. Toch zijn de kosten hiervan reëel. De keuzes die we maken, of nalaten te maken, met betrekking tot de vraag welke taken we afstaan aan computers en welke we voor onszelf houden, zijn nu eenmaal niet slechts praktische of economische keuzes. Dat zijn ethische keuzes.
Niet alleen het werk verandert
Al in 2000 publiceerde Raja Parasuraman een artikel waarin hij uitlegde: ‘Automatisering vervangt niet enkel menselijke activiteit, maar verandert die ook, vaak op een manier die de ontwerpers niet bedoeld of verwacht hadden.’ Automatisering verandert niet alleen de arbeid, maar ook de arbeider. Dat illustreert Carr aan de hand van de effecten van de digitalisering op het werk van piloten.
[De digitalisering] begon de rol van de piloot zo sterk te beperken dat de hele notie van ‘handmatige besturing’ een anachronisme begon te lijken. Feitelijk bestaat het werk van de piloot eruit digitale invoer naar de computers te zenden en de digitale uitvoer van die computers te bewaken – terwijl computers de bewegende delen van het vliegtuig aansturen en de koers bepalen – en wat is daar nu nog handmatig aan? Elke handeling is bemiddeld, gefilterd door microprocessors.
Glazen kooi
Hier komt hij tot zijn stelling dat computers ons behalve welvaart en geluk ook in een glazen kooi plaatsen die ons beperkt.
De veranderingen die de luchtvaart in de afgelopen decennia heeft doorgemaakt – de verschuiving van mechanische naar digitale systemen, de steeds verder gaande invoering van software en schermen, de automatisering van geestelijk en fysiek werk, de vervaging van wat het precies inhoudt om piloot te zijn – geeft een goed beeld van de veranderingen die de samenleving als geheel op dit moment ondergaat. De glazen cockpit kan […] worden gezien als het prototype van een wereld waarin ‘overal computerfunctionaliteit is’. […] De groeiende bewijzen voor het verloren gaan van vaardigheden, het afstompen van de waarneming en de vertraging van het reactievermogen zetten ons aan het denken. Naarmate we ons leven meer en meer in een glazen cockpit leven, lijken we onherroepelijk tot dezelfde conclusie te komen als de piloten eerder: dat een glazen cockpit ook een glazen kooi kan zijn.
Persoonlijk geheugen verzwakt…
Met de verregaande automatisering trekken we een wand van microprocessors op tussen ons en de wereld. Deze geeft ons mensen een vals gevoel van veiligheid, van controle, want het leidt ertoe dat we onze omgeving aandachtig in de gaten houden en minder alert kunnen reageren op veranderende omstandigheden. Zo vertrouwen we er ook op dat we informatie altijd, overal en snel kunnen opzoeken op het internet, maar we realiseren ons niet dat we zo ons eigen vermogen om informatie op te slaan onvoldoende prikkelen, ons geheugen verzwakken. Natuurlijk:
Middelen voor het vastleggen en verspreiden van informatie vormen de basis van onze cultuur. Maar externe opslag en biologisch geheugen zijn twee verschillende dingen. Bij kennis komt meer kijken dan alleen dingen opzoeken. Het is nodig dat feiten en ervaringen in een persoonlijk geheugen worden vastgelegd. Om iets werkelijk te kennen, moet je het in je neurale circuits verweven en het vervolgens herhaaldelijk weer uit je geheugen naar voren halen en opnieuw gebruiken.
…kennis vermindert
Tja, dat komt dan toch dicht bij huis: bij ons onderwijssysteem, waar mijn schoolgaande kinderen kennis moeten opdoen. Ik herinner me nog hoe verwonderd ik was toen mijn oudste geen aantekeningen bleek te hoeven maken. ‘Nee mam, dat staat allemaal in het werkboek.’ En enkele jaren later, de jongste zit in een Ipad-klas, bleken de werkboeken te zijn vervangen door apps. Hoeven leerlingen kennis dan alleen maar passief tot zich te nemen? Hoeven ze er dan niet meer op te kauwen, erover na te denken? Ik zag een analogie met het show don’t tell-prinicipe in het schrijven: je betrekt je lezers/leerlingen meer bij het verhaal als je ze geen hapklare brokken voert, maar zelf conclusies laat trekken. Carr signaleert iets dergelijks
Naarmate […] programma’s er beter op worden om voor ons te denken, gaan wij als vanzelf meer op de software vertrouwen en minder op ons eigen verstand. We zullen minder snel onze geest aan het werk zetten om dingen te genereren. En wanneer dat eenmaal een feit is, leren we steeds minder. We zijn bovendien tot steeds minder in staat. […] In plaats van het generatieve effect te bevorderen, zorgt de automatisering juist voor een degeneratie.
Pen en papier
In ontwikkelingen zie je vaak golfbewegingen. Zo begint men recentelijk gelukkig weer in te zien dat het maken van aantekeningen wel degelijk een functie heeft. De universiteit van Utrecht pleit weer voor het gebruik van pen en papier tijdens colleges, in plaats van laptops. Niet alleen omdat ze daarmee de studenten losweken van de zuigende werking van social media waardoor hun aandacht voor de docent niet optimaal is, maar juist omdat onderzoek indiceert dat studenten die handmatig aantekeningen maken de stof intensiever verwerken en beter kunnen reproduceren.
Voordelen
Zelf hoop ik dan dat het kind niet weer met het badwater weggegooid wordt. Aantekeningen maken zorgt voor het activeren van onze neurale circuits en het verweven van nieuwe stof met wat we al weten, terwijl laptops en tekstverwerkingssoftware ons in staat stellen efficiënt tekst vast te leggen en te bewerken. Die voordelen kunnen toch allebei worden benut? Als ik eraan denk dat ik verschillende afstudeerscripties nog met de hand geschreven heb, voel ik me een bevoorrecht mens met mijn laptop en smartphone.
Het beste van twee werelden
Natuurlijk verafschuw ik het idee van een laag microprocessors tussen mij en de wereld, tussen mijn kinderen en de wereld. Maar computers zijn er en hun mogelijkheden zullen alleen maar toenemen. Ik weet het zeker: als we het beste van twee werelden combineren, komen we die glazen kooi uit. Dat betekent wel dat we de regie moeten nemen. Ik blijf mijn kinderen terugroepen uit het digitale Walhalla. En als zoonlief wil computeren, kan hij ook eens een tekenprogramma gaan uitproberen. Mijn intuïtie is zo gek nog niet, maar De glazen kooi heeft het een fundament gegeven. Bedankt Nicholas Carr!
Groet,
Bronnen
Hendrik Spiering, ‘Als je zelf schrijft denk je na over wat je doet’, NRC Next 28 november 2014
Nicolass Carr, De glazen kooi, Maven Publishing, Amsterdam, 2014
4 december 2014 | Marja Duin leest